-
Een gebed van Rutger (aan God, aan Maria en een beetje (veel) aan zijn overleden vrouw, Kerstin)
Heer, dank U dat ik Simona’s verloving rond heb kunnen krijgen. En help me hopen dat Thomas en zij ook echt gaan trouwen. Vergeef haar haar zonden. Wees milder voor haar dan ik soms ben. Het is iets tijdelijks, daar ben ik van overtuigd. En vergeef mij die van mij. Niet dat ik nu specifiek iets gedaan heb, maar we zijn allemaal zondaars. Mijn op twee na oudste dochter heeft het moeilijk zonder moeder. Dat weet U, U volgt ons. U ziet alles. Ook al is het al tien jaar geleden – waarom zeg ik dat erbij? Het maakt geen verschil, en U weet het al. Verdriet slijt niet, bij…
-
Rebecca en Rosanne (7 jaar)
Rebecca Onze broer Floris doet alles wat een vader ook doet. Moet doen? En meer. Hij brengt ons naar bed en maakt ons ’s ochtends weer wakker, troost ons als we moeten huilen, zorgt samen met mama voor het eten, tilt ons hoog de lucht in, vertelt verhalen en legt dingen uit. Hij is knap, gespierd en reusachtig, wel bijna twee keer zo lang als wij. Hij is vijftien, maar ziet eruit en klinkt als twintig. Hij kan goed zwaardvechten. Ik ga vaak kijken, op het oefenveld achter de burcht. Rosanne niet, hè Roos? Rosanne Hij heeft hele lieve ogen. Dezelfde als mama. Alleen staan die van mam altijd op…
-
Flashback – 14 jaar voor het ‘nu’ (Marthe 18 jaar, Floris 1,5 jaar, Anne 4 jaar)
‘Jon.’ Casper lepelt de laatste soep naar binnen en gooit zijn houten kom in Jonnes richting. Meer? Jonne onderschept de baan, horizontale cirkels, die het ding door de lucht maakt net voordat het haar hoofd raakt. ‘Doe zelf.’ Ze smijt de kom met dezelfde boog terug. Casper strekt een gebruinde hand uit, vangt de kom en gooit hem weer van zich af. ‘Nee. Moe.’ Jonne zit dichter bij het vuur dan hij, licht onderuitgezakt op een driepotige kruk, vlak voor de open deur. Naast Marthe. Windvlagen blazen af en toe scherpe rook in haar ogen. Zodra het ophoudt met vriezen en tot het weer begint, wonen ze buiten. Vaak als…
-
Flashback – December, 18/19 jaar voor het ‘nu’ (Jonne 18 jaar, Marthe 13 jaar)
‘En ik word gek van Dietrik,’ zeg ik onder het teruglopen, einde van de dag. Marthes grote donkere ogen klampen zich aan mij vast. Het is duidelijk dat ze naar mij wil kijken en niet naar de mensen die in stromen langs ons heen, voor, achter en naast ons in sneller of langzamer tempo naar huis gaan. Het heeft geregend en geijzeld. Op dit pad waar alles gebeurt, de lijn van het bos door het dorp naar de burcht. We zijn klaar voor vandaag. De laatste karren geraapt en gehakt brandhout rijden naar het kasteel. De opzichter is al weg. Alexander. ‘Ik bedoel, ik loop ongeveer hier met zo’n zak…
-
Brief van Casper aan Marthe – 9 jaar voor het ‘nu’ (Casper 27 jaar, Marthe 23 jaar)
Hé lieve Marth, Hallo daar. Niet schrikken. Waarschijnlijk krijg je deze brief toch nooit. Dit is niet mijn handschrift, hoor. Zo prachtig voorbeeldig netjes. Misschien leer ik ooit nog wel schrijven en lezen, er kan veel in dit vrije dorp, maar voorlopig geen puf en geen zin. De priester hier, Edwin, is een vriend van me. Hij heeft beloofd om alles op te schrijven, precies zoals ik het zeg. Ik kan het niet controleren, maar daar moet ik dan maar op vertrouwen. Het is een soort biechten, maar dan anders. We kunnen elkaars gezicht zien, bijvoorbeeld. In de sacristie van de kleine kerk hier, bij kaarslicht. Het is lente, mei, echt…
-
Flashback – 24 jaar voor het ‘nu’ (Rianna 14 jaar, Marthe 8 jaar)
Marthes hand is net zo koud als die van mij. Ik klem hem vast, trek haar achter me aan terwijl we het pad af lopen in westelijke richting. Om ons heen de ingezakte rietgedekte huizen van het dorp en aan het eind van ons blikveld de torens van de burcht. Mijn zusje rukt zich los en haalt me in. Ze hinkelt alsof er lijnen in de modder staan getekend. Ik zucht. Marthe is acht. Ik ben veertien. Hink-sprong, hink-sprong, hink-sprong, totdat ze met haar rug naar de hut van Bartold, Hugo en de rest hijgend moet blijven staan. Natuurlijk. Ze houdt het niet lang vol. Veel minder lang dan toen…
-
Ik ben Alexander.
Ik probeer niets goed te praten. Laat ik daarmee beginnen. Wij trekken zwaarden tegen familie. Op de burcht van Methen aan zee, waar ik ben geboren, slachtte iedereen elkaar af. Er was maar één kasteel – hoewel niemand iets in de weg stond om er meer te bouwen, denk ik nu wel eens – en te weinig, te arm land voor te veel mensen. Mijn vader was de vijfde zoon van mijn grootvader, ooit de kasteelheer. Als hij niets deed, maakte hij dus nauwelijks kans op een erfenis die iets voorstelde. En zo dachten ze allemaal. En dus vochten ze. We. Mijn vader met zijn broers en mijn opa. Mijn…
-
Van 3 boeken naar 1 boek – hoe Nasleep ontstond
2006… tot 2019 Oké, dus dit boek begon in de brugklas, als een trilogie. Deel 1 Deel 1 heet De tweeling van de roos en heb ik afgemaakt toen ik twaalf of dertien was. Het was zo cheesy als het klinkt. Het ging over de tweeling Gari en Yohani. (Inderdaad, veel tweelingen in dit verhaal.) (Die namen komen uit een tekst in mijn Engelse lesboek in de eerste. Yup. Yohani’s naam heb ik later veranderd in Zora, omdat minder historisch incorrect en meer Oost-Europees correct of zo.) Ze waren de kinderen van een edelsmid (Willem) uit de stad Waalre (later Emholt, want echte plaatsnaam in Brabant was toch niet zo’n…
-
Nasleep nu verkrijgbaar!
JA HET IS ZOVER! Mijn boek Nasleep is uit! Bestel het nu hier! Of via je eigen (online) boekhandel. Heel in het kort: Floris is vijftien als hij van zijn moeder Marthe hoort wie zijn vader is – Alexander, de wrede opzichter, rentmeester en legerleider die acht jaar geleden na een machtswisseling van landgoed Markenrode is verbannen. Floris gaat naar hem op zoek, maar uiteindelijk gaat het natuurlijk nooit om wat je zoekt. Maar er zit nog veel meer in: coming of age/Bildung. Karakterstudies. Kleuren. Geuren. Liefde. Goede vrienden. Natuur. Geweld. Misbruik (en het herstel daarna). Kindhuwelijken. Gezelligheid. Gekkigheid. Verlies. Oorlog. Ruzie. Feestjes. Gedachten over: omgaan met pijn en trauma.…